De rol van Stroomlijn in de regio 

Stroomlijn verzorgt met de Drechthopper dagelijks passend vervoer in de regio Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem voor inwoners die dit nodig hebben – goed voor zo’n 1,2 miljoen ritten per jaar. De organisatie richt zich vooral op mensen die niet (meer) zelfstandig kunnen reizen, zoals ouderen, leerlingen, jongeren en mensen met een beperking. Daarnaast organiseert Stroomlijn voor Qbuzz het kleinschalig openbaar vervoer en valt de Wijkhopper ook onder Stroomlijn. Dit laatste is een innovatief concept waarbij mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt vervoersdiensten leveren in hun eigen wijk en tegelijkertijd worden opgeleid naar een duurzame baan. Op die manier verbindt Stroomlijn bereikbaarheid met maatschappelijke waarde: iedereen kan meedoen, zowel op de weg als op de werkvloer.

Verbonden met de Drechtsteden 

Lisette kent de regio goed: ze is er opgegroeid en woont nog steeds in één van de Drechtstedengemeenten. Volgens haar hebben de Drechtsteden iets unieks: “De regio is groot genoeg om écht impact te maken, maar klein genoeg om elkaar te leren kennen en snel met elkaar te schakelen.” Dat maakt voor haar de regio bijzonder. Ze vervolgt: “De samenwerking is niet alleen beleidsmatig, maar ook tastbaar: we doen het samen voor de mensen die hier wonen. De netwerken zijn hecht waardoor we elkaar gemakkelijk kunnen vinden. Dat maakt onze regio uniek, maar dat beseffen we niet altijd. De nauwe samenwerking en betrokkenheid maken het vervolgens ook mogelijk om samen de schouders eronder te zetten bij grote uitdagingen, zoals de overlast van langdurig onderhoud aan onze wegen, bruggen en tunnels die op ons afkomt.”  

De ingrediënten voor een succesvolle samenwerking 

Volgens Lisette zijn daadkracht, duidelijkheid, gezamenlijke doelen, vertrouwen en ritme de belangrijkste factoren die bijdragen aan een succesvolle samenwerking. “Je moet weten dat je op elkaar kunt bouwen en vertrouwen, ook als het spannend wordt. En met de gezamenlijke doelen zorg je dat iedereen dezelfde kant op gaat.” Wat volgens Lisette nog wel eens vergeten wordt is de succesfactor ritme. Dat houdt concreet in: structureel overleg, gezamenlijke momenten van reflectie en evaluatie. “Zodat de samenwerking niet afhankelijk is van toevallige ontmoetingen, maar dat die ontmoetingen stevig verankerd raken.” 

Tóch kunnen blijven reizen 

Lisette kijkt terug naar enkele jaren geleden, toen de Wantijbrug tussen Dordrecht en Papendrecht een tijd afgesloten werd voor onderhoud. “Over deze brug rijden normaal gesproken zo’n 76.000 voertuigen per dag. Net voor de pandemie was deze verbinding negen weken dicht. Dat had enorme impact op de bereikbaarheid van de hele regio,” vertelt Lisette. Stroomlijn werkte samen met alle partners in de keten – van Rijkswaterstaat tot scholen en ziekenhuizen – zodat mensen konden blijven reizen. “We hebben extra hubs gecreëerd, vervoer over water aangesloten en slimme vervoersplannen ontwikkeld om de overlast voor onze reizigers zoveel mogelijk te beperken.”  

Zorgen over bereikbaarheid regio

Als ze vooruitkijkt, maakt ze zich wel zorgen. Over onder andere de Papendrechtsebrug die in 2026 negen maanden volledig dichtgaat. “Dat is groter, complexer en langduriger dan de Wantijbrug.

De uitdagingen en kansen voor de regio 

Naast de geplande grootschalige werkzaamheden ziet Lisette dat ook vergrijzing, mobiliteitsdruk en een tekort aan personeel steeds meer impact op de regio hebben. De echte kans ligt volgens haar in het slim combineren van deze opgaven, in plaats van ze apart te benaderen. Door bijvoorbeeld te kijken naar wie wanneer en waar reist, en welke doelgroepen extra ondersteuning nodig hebben, kunnen oplossingen elkaar versterken en middelen effectiever worden ingezet. Uit onderzoek van Stroomlijn blijkt dat 44% van de ritten in de regio korte afstanden betreft, zoals een bezoek aan de kapper, de markt of het ziekenhuis. “Daaruit is de Wijkhopper bedacht in 2018. In april 2019 zijn wij gestart met het ontwikkelbedrijf. Op dit moment rijden 27 Wijkhoppers in de Drechtsteden.” Lisette’s ambitie is om in de toekomst naar één samenhangend systeem van publieke mobiliteit te werken. Een systeem dat geoptimaliseerd is en de inwoners in de regio faciliteert zonder dat we erin vastlopen. “Iedereen moet mobiel kunnen zijn en blijven. We moeten voorzieningen slimmer en effectiever inzetten, stijgende kosten dempen, de bereikbaarheid vergroten en kwetsbare groepen ondersteunen. Dat vraagt om lef en samenwerking over domeinen heen met het besef dat mobiliteit geen bijzaak is, maar een belangrijke voorwaarde om mee te doen in de samenleving.”