Cookies

Deze website maakt gebruik van cookies. Wij verzoeken u cookies te accepteren. Meer info

Spring naar inhoud

Deel dit artikel

 
01-12-2023 6 min. Leestijd

Drechtsteden gaan met publiek warmtebedrijf vol voor aardgasvrij

In de Drechtsteden is voor het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen een centrale rol weggelegd voor een warmtenet. Dat wordt door een 100% publiek warmtebedrijf gestaag doorontwikkeld en uitgebreid. Roosmarijn Sweers en Eric Dieleman van de RES-regio delen hun positieve ervaringen.


Met gepaste trots laten Roosmarijn en Eric, respectievelijk strateeg energietransitie en regisseur warmtetransitie in RES-regio Drechtsteden, een plaatje zien dat inzicht geeft in de ontwikkeling van het gemeentegrensoverschrijdende warmtenet en de onderliggende duurzame bronnen in de regio. ‘Je ziet hoe de infrastructuur zich evenwichtig spreidt over de regio’, wijst Roosmarijn aan. ‘De ringstructuren van het warmtenet bieden een goede basis voor verdere doorontwikkeling.’ Er zijn nu ongeveer 9 duizend woningequivalenten (woningen en andere gebouwen omgerekend naar woningen) op aangesloten, vult Eric aan. ‘De ambitie is dat dat er in 2030 zo’n 25 duizend zijn.’ In totaal moeten in 2050 60.000 woningequivalenten duurzaam worden verwarmd via het warmtenet. ‘Dat is een groot deel van ons woningbestand’, zegt Eric. ‘Voor de rest moeten we elektrische oplossingen zoeken, vaak in de vorm van warmtepompen, of als het echt niet anders kan, hybride warmtepompen met duurzaam gas.’

Warmtenet beperkt elektrificatie

In RES-regio Drechtsteden voeren de zeven aangesloten gemeenten de overgang van aardgas naar duurzame warmte samen uit volgens een voorkeursvolgorde. Daarbij staat direct bruikbare warmte, zoals restwarmte of diepe geothermie via een warmtenet, bovenaan. Pas als die mogelijkheid niet bruikbaar is, komen opties aan de orde waarbij warmte opgewaardeerd moet worden, zoals met warmtepompen. Als ook dat geen oplossing biedt, moet warmte gemaakt worden, via brandstoffen als groen gas of waterstof. Daarnaast denken de Drechtsteden ook na over de meest verstandige infrastructuur. ‘Met het oog op het nu al overvolle elektriciteitsnet is het belangrijk om onnodige elektrificatie van het energiesysteem te voorkomen’, verduidelijkt Roosmarijn. ‘Wij kunnen het warmtenet voeden met direct bruikbare warmtebronnen. Die hebben een veel lagere impact op het elektriciteitsnet dan warmtepompen. Warmtekeuzes van nú bepalen of stroom straks nog beschikbaar is.’

100% publiek warmtebedrijf met meerdere aandeelhouders

Vooruitlopend op inwerkingtreding van de nieuwe Wet collectieve warmtevoorziening, breken veel gemeenten zich het hoofd over hoe een warmtebedrijf in te richten dat, zoals het wetsvoorstel voorschrijft, voor het merendeel in publieke handen is. In de Drechtsteden realiseert het 100% publieke bedrijf HVC het warmtenet. Dat werkt uitstekend, aldus Roosmarijn en Eric. Wat verklaart het succes van deze aanpak? ‘HVC is in handen van een groot aantal gemeenten en waterschappen’, zegt Roosmarijn. ‘Het bedrijf heeft als kerntaak, naast het verduurzamen van het afvalbeheer, de aandeelhoudende overheden te ondersteunen bij de transitie naar aardgasvrij. Er zijn ook volledig publieke warmtebedrijven die in handen zijn van maar één overheid. Onze kracht zit voor een deel in het grote aantal aandeelhouders en de gestructureerde manier waarop wij samenwerken. Wij zijn volledig gericht op het publieke belang, waarbij de politiek op afstand staat. Ik zou dus altijd aanraden een publiek bedrijf met meerdere aandeelhouders in te richten.’

Geïntegreerd bedrijf met overheden als regisseur zonder directe zeggenschap

Ander sterk punt: HVC is een professioneel, geïntegreerd warmtebedrijf. Dat betekent dat het eigenaar is van het warmtenet en de warmte ook produceert, inkoopt en levert. Dat werkt goed, vinden Roosmarijn en Eric. 


In de Drechtsteden is voor het aardgasvrij maken van woningen en gebouwen een centrale rol weggelegd voor een warmtenet. Dat wordt door een 100% publiek warmtebedrijf gestaag doorontwikkeld en uitgebreid. Roosmarijn Sweers en Eric Dieleman van de RES-regio delen hun positieve ervaringen.

Eric Dieleman van de RES-regio

Eric Dieleman

Eric: ‘HVC is een maatschappelijk gericht bedrijf, met een professionele bedrijfsvoering. Als overheden bepalen we de koers van de warmtetransitie en de kaders. Het is vervolgens aan het warmtebedrijf om binnen die kaders te bepalen hoe dat precies gebeurt. Dat is hun expertise. Wij vervullen daarin als overheden een onafhankelijke regierol, zonder directe zeggenschap. Waarbij we uiteraard wel transparantie vragen van het warmtebedrijf, zodat we goed op de hoogte zijn van alle ontwikkelingen.’

Adaptieve aanpak speelt optimaal in op actuele situatie

De Drechtsteden voeren de warmtetransitie stapsgewijs uit, volgens een ‘adaptieve’ aanpak. Dat betekent dat je flexibiliteit inbouwt om in te spelen op actuele ontwikkelingen. Daarbij is niet de infrastructuur leidend, maar de doelgroep. Als regisseur warmtetransitie voert Eric volop overleg met afnemers. In eerste instantie vooral met woningcorporaties en grootverbruikers. ‘Met die doelgroepen zijn we begonnen’, zegt hij. ‘Het is het meest praktisch om te starten met grote aansluitingen, omdat je massa nodig hebt om het rendabel te maken en je warmtebronnen optimaal te benutten. We bewegen vanuit ons robuuste plaatje van grote aansluitingen langzaam toe naar wijkaanpakken, waar vaak ook particuliere woningen aangesloten zullen worden.’ Daarbij wordt steeds gekeken welke manier van verwarmen het beste past bij een gebouw en het gebied. Eric: ‘We werken, naast het warmtenet, ook aan individuele oplossingen. Wanneer je inzet op all-electric of hybride oplossingen, kan iedereen deze stap op een ander moment zetten. Dan is het vaak logisch om te zoeken naar het natuurlijke moment. Bijvoorbeeld als de cv-ketel aan vervanging toe is, of als iemand verhuist.’


HVC warmtenet Drechtstede

Foto: mogelijk eindbeeld van het regionale warmtenet Drechtsteden met daarin diverse warmtebronnen op basis van de inzichten begin 2023.


Ook de ontwikkeling van warmtebronnen gebeurt stap voor stap. In het begin zijn nog tijdelijke kleine aardgasgestookte warmtecentrales nodig. ‘Dat is een onvermijdelijke tussenstap op weg naar volledige verduurzaming’, legt Eric uit. ‘Bij voldoende aansluitingen volgt dan koppeling aan een duurzame bron.’ Daarnaast is meestal een back-up nodig, voor als het hard vriest of als er onderhoud aan het warmtenet nodig is. ‘Voor die back-ups wordt nu vaak nog aardgas gebruikt, maar die backup-voorzieningen moeten uiteindelijk ook aardgasvrij worden, bijvoorbeeld door het gebruik van groen gas’, aldus Eric. Als voorbeeld noemt hij Dordrecht. ‘Ook hier is destijds gestart met tijdelijke kleine centrales op aardgas. Vervolgens is daar de restwarmte van afvalverwerking van HVC als duurzame bron aangesloten, en onlangs de warmte die vrijkomt bij het verwerken van rioolslib. Kort geleden heeft HVC als back-up-voorziening een elektrische boiler in gebruik genomen.’

Structurele financiering en heldere boodschap vanuit Rijk nodig

Al met al verloopt de warmtetransitie in de Drechtsteden tot nu toe naar wens. Toch lopen de betrokken gemeenten ook tegen bottlenecks aan, die versnelling van de warmtetransitie belemmeren. ‘Dan doel ik vooral op de financiën’, zegt Eric. ‘Aardgasvrij is nu eenmaal duurder dan aardgas. Meer structurele financiering vanuit het Rijk voor de warmtetransitie is nodig. Wij willen bijvoorbeeld Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht verbinden aan ons middentemperatuurnetwerk, maar HVC kan dit nooit financieren uit een businesscase.’ ‘Daarnaast’, vult Roosmarijn aan, ‘is het belangrijk dat het Rijk ons ondersteunt door naar de samenleving actief en helder uit te dragen dat warmtenetten noodzakelijk zijn, om het stroomnet te ontlasten en om meer lokale warmtebronnen te benutten.’


Bron: RES Drechtsteden

Blijf op de hoogte met onze nieuwsbrief

Wil je ons nieuws maandelijks in je mailbox ontvangen? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief van Smart Delta Drechtsteden! Dan ontvang je aan het einde van de maand het belangrijkste nieuws uit de regio.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Deel deze pagina

 

Meer nieuws over bouwen en wonen