Een jaar geleden sloegen de Drechtstedengemeenten en Stedin de handen ineen om samen te werken aan de uitbreiding van het elektriciteitsnet in de regio. Pilotgemeente Zwijndrecht is inmiddels volop bezig met de aanleg van nieuwe transformatorhuisjes: onmisbare schakels in de energietransitie. Hoe is dit gerealiseerd? Hoe verloopt de samenwerking? En wat staat er nog meer op de planning? Aan het woord zijn Coördinator Ondergrondse Infra Muriël Zeevaart van gemeente Zwijndrecht en Stedins Omgevingsmanager Tess Tienstra.
Een jaar geleden sloegen de Drechtstedengemeenten en Stedin de handen ineen om samen te werken aan de uitbreiding van het elektriciteitsnet. Hoe verloopt de planning?
Een flinke opgave
“De opgave is enorm en urgent”, benadrukt Tess. “Alleen al in Nederland moeten er de komende jaren zo’n 50.000 transformatorhuisjes bijgebouwd worden om te voldoen aan de toenemende stroomvraag. Eén op de drie straten gaat open voor nieuwe kabels en bij mensen thuis moet de meterkast worden aangepast. Doen we dit niet snel genoeg? Dan kan dat betekenen dat nieuwbouwwoningen geen stroom krijgen of bedrijven op een wachtlijst belanden als ze willen verduurzamen of uitbreiden.”
Pilot in Zwijndrecht
Muriël: “Om de opgave uit te voeren, hebben Stedin en de gemeenten een samenwerkingsovereenkomst getekend. Hierin staat dat we samen geschikte locaties voor energievoorzieningshuisjes selecteren. In Zwijndrecht zijn al trafohuisjes bijgeplaatst in Moermond-Zuid en in de Vogelbuurt-Oost. En we hebben nog twaalf andere locaties bepaald, waarbij we nu de nodige juridische procedures doorlopen. De volgende stap is de daadwerkelijke plaatsing.”

Buurtaanpak: wijk voor wijk toekomstbestendig
De werkzaamheden gebeuren volgens de zogenaamde Buurtaanpak. Daarmee verzwaart Stedin het stroomnet per wijk en worden werkzaamheden zoveel mogelijk gecombineerd met die van de gemeente, zoals rioolvervanging of de herinrichting van straten. Tess legt uit: “Zo kunnen we sneller, efficiënter en met minder overlast werken. Dat laatste geldt ook voor bewoners, omdat straten niet meerdere keren open hoeven.”
Subtiele verschillen
De aanpak is in de basis overal hetzelfde, maar wel met nuances per wijk. Tess: “In drukke gebieden is parkeerdruk bijvoorbeeld een item. Daar proberen we geen parkeerplaats ‘op te offeren’ voor een trafohuisje. In rustiger gebied is er meer ruimte en kunnen we huisjes beter wegwerken met struiken of ander groen. Ook de kleurstelling verschilt: grijstinten in de stad en groen op het platteland. Maar overal geldt: de huisjes moeten zo goed mogelijk inpassen in de omgeving.”
Cruciale samenwerking
De samenwerking tussen de gemeenten en de netbeheerder is cruciaal. Om tempo te maken én om draagvlak te creëren onder bewoners. Want deze ervaren dan wel minder overlast, communicatie blijft belangrijk. “Bewoners worden wel geïnformeerd, maar kunnen niet meebepalen waar de huisjes precies komen. Het antwoord op hun vragen is dan ook niet altijd wat ze willen horen. Dan is het fijn om samen op te trekken met Stedin. Hun technische onderbouwing is altijd leidend bij de plaatsing. Maar we houden wel zoveel mogelijk rekening met de omgeving. En ook stedenbouwkundig wordt er altijd goed meegekeken”, vertelt Muriël.

Ervaring en kennis delen
Er zitten nog meer voordelen aan de gezamenlijke aanpak. Tess: “Deze pilot heeft ons veel ervaring gebracht. We weten nu beter wie we allemaal moeten betrekken en hoe belangrijk vaste contactpersonen zijn.” Muriël vult aan: “We hebben elk kwartaal regionaal overleg met alle gemeenten en Stedin. Daar gaat het over de technische uitdagingen, maar ook over juridische en communicatieve vraagstukken. Het is fijn dat we kunnen leren van collega’s en niet telkens zelf het wiel hoeven uit te vinden. Bijvoorbeeld als het gaat om wetgeving of ontwikkelingen rond de energietransitie.”
Vooruitblik
Tot en met 2026 liggen de plannen klaar om uitgevoerd te worden. Parellel daaraan loopt de beoordeling van de plannen voor 2027 en verder. “De intensieve samenwerking geeft ons vertrouwen dat we deze grote klus kunnen klaren met elkaar”, aldus Muriël. Tess vult aan: “De gemiddelde doorlooptijd van de Buurtaanpak is ongeveer 1,5 jaar, inclusief uitvoering. Dat de pilot zo goed verloopt, maakt dat we nu willen versnellen. Zodat we elk jaar meer buurten toekomstbestendig kunnen maken.”
De te verzwaren buurten in gemeente ZwijndrechtAssumburg - Lunenburg | Julianadorp |
Boshuizen - Rechteren | Moermond-Zuid |
Componistenbuurt-Noord | Ooievaar- en Vinkplein |
Componistenbuurt-Zuid | Prins Bernhardstraat en omgeving |
Dichtersbuurt-West | Verzetsheldenbuurt |
Dorp-Zuid | Vogelbuurt-Oost |
Hilverbeek en omgeving | Zeeheldenbuurt |